Het is volgens de Europese Commissie de belangrijkste les uit de covid-pandemie: de EU moet onafhankelijker worden als het op de eigen medicijnproductie aankomt. De afgelopen decennia trok de productie van goedkope, maar belangrijke medicijnen bijna volledig naar Azië, met name naar China en India. En daardoor kan Europa snel in de problemen komen.
Dat bleek dit jaar, toen de medicijntoevoer uit Azië ineens stilviel. Maar het probleem is al ouder. Honderdduizenden Nederlandse vrouwen hadden er in 2018 last van, toen er tekorten waren aan anticonceptiepillen. Apothekersorganisatie KNMP houdt jaarlijks medicijntekorten bij en zag vorig jaar dat bijna 1500 middelen langere tijd niet beschikbaar waren.
De Europese Commissie presenteerde vandaag een strategie die de medicijntekorten moet oplossen. De Europese medicijnautoriteit EMA moet tekorten beter bijhouden en de Commissie gaat gesprekken houden om het probleem in kaart te brengen. Maar veel concreter dan dat wordt het niet. Echte wetgeving laat nog tot zeker 2022 op zich wachten, tot teleurstelling van onder meer Nederlandse producenten.
Kostprijs bepalend
“We kennen het probleem al heel goed”, reageert Frans Vlaar van Centrient Pharmaceuticals in Delft. Dat bedrijf is een van de weinige in Europa die nog grondstoffen maken voor antibiotica. Met water en suiker wordt het werkzame deel in de antibiotica geproduceerd. Elders in Europa worden daar vervolgens pillen van gemaakt.
Dat er nog maar zo weinig producenten in Europa over zijn, heeft alles met de kostprijs te maken, vertelt Vlaar. “Investeringen zijn goedkoper in Azië, het arbeidsloon is natuurlijk een stuk lager. Maar wat daar nog bijkomt is dat met name India en China hun industrie enorm stimuleren om door te ontwikkelen. Ze willen leidinggevend zijn in de wereld op het gebied van gezondheidszorg.”
80 procent uit Azië
In de jaren 80 werd nog zo’n 80 procent van alle pillen die in Europa geslikt werden, ook in Europa geproduceerd. Inmiddels wordt zo’n 80 procent geproduceerd in Azië. Het gaat met name om de pillen waarvan het patent al is verlopen. De prijzen daarvan zijn laag, vaak een paar euro, waardoor het aantrekkelijk is om ze te laten produceren in lagelonenlanden.
Maar dat brengt wel een risico met zich mee. EU-landen en het Europees Parlement vroegen al vaker aan de Commissie om iets te doen aan de afhankelijkheid. Nederlandse Europarlementariërs zijn teleurgesteld in de plannen die de Commissie vandaag presenteerde.
“Ik mis een strategie waaruit duidelijk wordt hoe we minder afhankelijk worden”, zegt Jan Huitema (VVD). “We zouden in de EU niet alleen naar de prijs van medicijnen moeten kijken, maar ook naar leveringszekerheid. Misschien gaat de prijs dan wat omhoog, maar die discussie moeten we een keer voeren.”
“Het zijn veel mooie woorden, maar de plannen blijven achter”, oordeelt Kim van Sparrentak (GroenLinks). “Ze gaan nu nog eens praten, maar het is al lang duidelijk wat er nodig is. We produceren in Europa niet genoeg grondstoffen voor medicijnen. Bedrijven vertrekken omdat het goedkoper is in China.”
Frans Vlaar van Centrient in Delft zou het liefst zien dat verzekeraars medicijnen niet alleen beoordelen op de prijs, maar ook op bijvoorbeeld milieu-impact. “Daarin zijn wij veel verder dan Aziatische bedrijven. In India zijn rivieren waarin zoveel afval van antibioticaproductie wordt geloosd, dat daar meer antibiotica in zit dan bij ons in een pilletje. Daardoor slaan behandelingen met antibiotica bij mensen niet meer aan. Dat kun je meenemen in je beoordeling.”
Maar of die oplossing uit Europa komt? “Als we op Brussel moeten wachten, dan is het 2022 of nog verder en dan zijn de volgende fabrieken ook al verplaatst naar China.” Hij hoopt dat de Nederlandse overheid een voortrekkersrol gaat nemen en zorgt dat zorgverzekeraars hier al eerder gaan selecteren op milieu-impact.